Minister Kamp heeft de Retailagenda naar de Tweede Kamer gestuurd. In de Retailagenda zijn diverse afspraken tussen marktpartijen en overheden vastgelegd, waarmee winkelgebieden compacter en aantrekkelijker moeten worden gemaakt. Nu staat 7,5% van de winkels leeg en bestaat 30% van het winkeloppervlakte uit overcapaciteit. Nog dit jaar maken vijftig gemeenten afspraken in zogenaamde RetailDeals om ondernemers kansen te bieden en om de leegstand tegen te gaan. In plaats van de winkelhuren te baseren op historische prijzen, spreken verhuurders en winkeliers af om marktconforme huren toe te passen. Ook gaat een aantal gemeenten met vastgoedeigenaren en winkeliers aan de slag om overbodige vierkante meters winkelruimte terug te dringen. 

 

Daarnaast start het kabinet een experiment met twaalf gemeenten om regels te verminderen. Hierdoor kunnen ondernemers makkelijker horecafaciliteiten en dienstverlening in hun winkel combineren. Bovendien maken werknemers en werkgevers voor de zomer afspraken om het winkelpersoneel scholing te bieden, zodat ook de groeiende kansen van online verkoop kunnen worden benut. 

 

Om winkels aantrekkelijk te houden voor het publiek zijn ook investeringen nodig. Naast reguliere financiering zijn er kredieten beschikbaar via bijvoorbeeld de Stichting Microkrediet Nederland / Qredits (QREDITS). Verder investeert het Pensioenfonds Detailhandel € 40 miljoen in het MKB Impulsfonds. Uit dit fonds kunnen vernieuwende plannen van winkeliers gefinancierd worden. 

 

Om de voortgang van de Retailagenda te bewaken, blijven winkeliers, verhuurders, gemeenten en EZ drie jaar samenwerken in de Regiegroep Retailagenda. Ook wordt er een RetailTeam opgericht om organisaties met gerichte expertise te begeleiden bij de uitvoering van de afspraken.